Volkert Engelsman is CEO van Eosta, dat biologische en fair-trade-producten importeert, verpakt en distribueert in Europa en daarbuiten. De multinationale onderneming vertegenwoordigt meer dan duizend telers van zes continenten. Het bedrijf gelooft dat de voedings- en landbouwwereld dringend herzien moet worden op het gebied van gezondheid, sociale inclusie en impact op onze planeet: “Op dit moment verliezen we 30 voetbalvelden per minuut aan vruchtbare landbouwgrond als gevolg van intensieve landbouwpraktijken. Wij denken dat het anders kan.” Data zijn daarbij van cruciaal belang om zorgvuldige beslissingen te nemen. Over dat belang – en meer – gaat Engelsman in gesprek met ORTEC’s Frans van Helden.
Interview met Volkert Engelsman, CEO Eosta
De vrijemarkteconomie is niet vrij zolang je de klimaatkosten afwentelt op toekomstige generaties, zegt Engelsman, in 2017 verkozen tot meest invloedrijke duurzame denker van Nederland. “De anonimiteit van producten is een probleem; commodificering is een gevaarlijke ontwikkeling. We moeten wéten wat we de ander of de planeet aandoen. Dan kunnen we altijd nog besluiten wat we ermee gaan doen. Wegkijken is een keuze. Je kunt ook zeggen: winst is pas winst als het niet over de rug van people en planet gaat. Dat proberen wij in de praktijk te brengen.” Dat klinkt logisch, vindt Frans van Helden: “Het is een kwestie van gezond verstand. Maar is de rol van data hierin een ingewikkelde maskerade, of toch een nuttig instrument?” Ongetwijfeld het laatste, beaamt Engelsman direct: “Met duizenden producten en duizenden telers op zes continenten ontkom je niet aan datamanagement. Big data, remote sensing, online assessments van telers en ketens: hoe meer data er beschikbaar zijn, hoe meer basis je hebt om een zorgvuldige beslissing te nemen. Het eerste wat je zegt is echter ook waar. Ieder weldenkend mens ziet dat de manier waarop we nu zaken doen niet is vol te houden, omdat we daarmee aan de stoelpoten van ons eigen bestaan zagen.”
"Je kunt ook zeggen: winst is pas winst als het niet over de rug van people en planet gaat."
“Eosta doet aan true cost accounting”, vat Van Helden samen, “maar als Eosta dat als enige doet, werkt dat dan niet nadelig uit? Pleiten jullie ervoor om dit bijvoorbeeld verplicht te stellen in de accountantsverklaring?” Engelsman, stellig: “Wij pleiten nergens voor. Het argument dat wij de enige zijn en de rest het nog niet doet, en dat we het daarom dus niet moeten doen, wil er bij ons niet in. Wij zijn koploper en daarmee prototyper van het nieuwe normaal. We leggen hier maar aan één autoriteit verantwoording af: ons eigen geweten. Dat neemt niet weg dat we nog wel opereren in een markt met een ongelijk speelveld, waarin de vervuiler wegkomt met concurrentievoordeel. Maar de private sector moet niet wachten op anderen. Waar een wil is, is een omweg: je moet een USP ontwikkelen waarmee je op de troepen vooruit kunt lopen. Niet alleen concurreren op de prijs van mango, maar ook op thought leadership.” De publieke sector is overigens wel gevraagd om bij te dragen aan een gelijker speelveld, aldus Engelsman, door middel van taxonomie en fiscale prikkels. De Corporate Sustainability Reporting Directive wordt per 1 januari 2023 verplicht voor alle grote ondernemingen in de EU. De financiële sector laat inmiddels een klimaatstresstest los op de balans en de verlies- en winstrekening. “In de financiële huishouding bewaakt de accountant de ondergrens van transparantie”, vult Van Helden aan. “Die grens schuift op bij zoiets als de Corporate Sustainability Reporting Directive. Dat is goed nieuws, ook voor jullie.” Engelsman vertelt dat accountants hun krachten bundelen in de World Business Counsel for Sustainable Development onder voorzitterschap van Paul Polman. Zo creëren ze nieuwe protocollen om te komen tot natuurlijk en sociaal kapitaal. Op de achtergrond bij de OECD wordt gebouwd aan de ‘Better Life-index’, waarbij op macroschaal niet alleen wordt gekeken naar het Bruto Nationaal Product, maar ook naar Bruto Nationale Welvaart, Ecologie en Cultuur, et cetera. “We moeten multidisciplinair denken, vanuit verschillende indicatoren. Het maakt niet uit of je dat nou doet vanuit een risicoprofiel als bank, of zoals wij, vanuit Nature & More. Het gaat erom dat in een orkest van koplopers modellen worden ontwikkeld die eerst ge-prototyped moeten worden voor je ze op de grote massa loslaat.”
* True Cost Accounting (TCA): een nieuwe vorm van boekhouding waarbij niet alleen wordt gekeken naar de financiële waarden binnen een bedrijf, maar ook de impacts op natuurlijk en sociaal kapitaal worden berekend; ofwel de impact op de natuurlijke en sociale omgeving waarin het bedrijf opereert.
Volkert Engelsman, CEO Eosta
"Het argument dat wij de enige zijn en de rest het nog niet doet, en dat we het daarom dus niet moeten doen, wil er bij ons niet in. Wij zijn koploper en daarmee prototyper van het nieuwe normaal."
Binnen je eigen invloedssfeer dát doen wat je kan en waar je warm van wordt, daar komt het volgens Engelsman op neer. Oftewel: “Dream, dance, deliver. Wie een visie (‘dream’) heeft, zal moeten gaan co-creëren. Prototype het nieuwe normaal (‘dance’) in een coalition of the willing, want in je eentje ga je het niet redden. En voor je het weet sluiten koningin Máxima, Klaas Knot en Julia Roberts zich aan. Niet omdat ze onze mango’s zo lekker vinden, maar omdat ze zien dat het zo niet langer kan. En dat leidt tot het ‘deliveren’ van verandering. Dat is niet alleen de verdienste van ons team, maar ook van de stakeholders van het bedrijf. Leiderschap gaat voor een derde over visie, een derde over mensen en een derde over momentum. Het momentum zit ‘m nu in de financiële sector, in de Green Deal van de EU, en in de bereidheid van koplopers om vooruit te stormen.” Van Helden: “Bij ORTEC werken veel mensen die wiskunde of natuurkunde hebben gestudeerd; voor je het weet heb je het met elkaar over cijfers. Toch staan ook wij in ons eentje op de dansvloer te dansen. We doen mooie dingen, zoals onlangs de oprichting van ‘Analytics for a Better World’. Hoe denk jij dat wiskundigen het best hun steentje bij kunnen dragen?” “Reductionisme in landbouw en voeding maakt het wiskundigen ongetwijfeld gemakkelijker”, reageert Engelsman, doordat je daarmee ingewikkelde verschijnselen ontleedt en terugbrengt tot eenvoudige bestanddelen ervan. Maar de grenzen van het reductionistisch paradigma zijn vager dan we dachten. Aangezien we problemen niet kunnen oplossen met het soort denken waar ze uit zijn voortgekomen, zullen we moeten accepteren dat er een hoop factoren zijn die we nog niet snappen. Data-experts en wiskundigen zijn van harte welkom om mee te denken.”
Dit artikel is onderdeel van de 3de editie van ORTEC's magazine Data and AI in the Boardroom. Download jouw magazine!
We hebben changemakers in verschillende industrieën gevraagd hoe hun organisaties stappen maken naar een duurzamere toekomst, welke doelen ze hebben gezet, voor welke uitdagingen ze staan en hoe het gebruik van data hen helpt om verantwoordelijke beslissingen te nemen.
Deze editie bied je een kijkje in de aanpak van toonaangevende organisaties, zoals Schiphol Airport, PostNL en Eosta.
Het begint met praten met elkaar, denkt Van Helden. “Wij maken dingen inzichtelijk in termen van data. In de wiskunde bestaat het concept ‘doelfunctie’ – de optelsom van wat je écht belangrijk vindt, en die je wilt maximaliseren. In de jaren ’90 was de doelfunctie simpelweg ‘aandeelhouderswaarde’. Nu bevat die functie een mix aan zaken die binnen een bepaalde bandbreedte moeten blijven. Er ligt al 80 jaar een methode op de plank om dat te kwantificeren: multi-objective optimization. Dus misschien kunnen wiskundigen laten zien dat het niet zo ingewikkeld hoeft te zijn. Het enige wat je moet veranderen is de doelfunctie.” Dat vindt Engelsman toch wat te kort door de bocht: “Je kunt dezelfde doelfunctie hebben, maar de weg ernaartoe is cruciaal. Het idee dat je met vertical farming de wereld kunt voeden omdat maar 3% van het zonlicht, 3% van de microbiologie in de grond en 3% van het dna in de natuur relevant is en de rest ‘junk’, klinkt misschien logisch. Maar zegt dat nou iets over de werkelijkheid of over degene die de stelling doet en de beperktheid van diens werkelijkheidsbesef? Hoezo is de planeet te klein om de mensheid te voeden? Ja, als je het overgrote deel van de landbouwgrond gebruikt om veevoer te telen, dan klopt dat. Dus begin niet over vertical farming, begin eerst over vee en de eiwit-transitie. We moeten voorzichtig zijn met het aanpassen van de werkelijkheid aan ons paradigma en eerst stilstaan bij observaties voor we aan modellen beginnen.” Van Helden: “Ik zeg niet dat het simpel is, maar je hebt wel een instrument in handen om bijvoorbeeld de negen dimensies van de doughnut-economie tegelijkertijd te kwantificeren. Model-technisch kun je grip krijgen op de interactie tussen die dimensies. Wat vertical farming betreft: op dit moment verkeert men in de veronderstelling dat 99,5% van het heelal bestaat uit dark matter en dark energy, waarvan niemand weet wat het nou precies is. Dat is veel te veel om te zeggen dat het irrelevant is, of ‘junk’. Je wilt je als mensheid ook niet opsluiten in een steeds kleiner hokje van je eigen laboratorium. Je hebt liever een weerbaar ecologisch systeem dan iets wat allerlei kunstgrepen nodig heeft om overeind te blijven.”
"We moeten voorzichtig zijn met het aanpassen van de werkelijkheid aan ons paradigma en eerst stilstaan bij observaties voor we aan modellen beginnen."
Over weerbaarheid en robuustheid van systemen gesproken: covid-19 is een belangrijke wake-up call geweest, vindt Engelsman: “Wij zetten ecosystemen zodanig onder druk dat ze niet langer in staat zijn om regeneratieve vermogens en weerbaarheid te ontwikkelen, iets waar de natuur tot dusver altijd in geslaagd is. De paradigmashift begint tussen de oren: we gaan het niet oplossen met de oude manier van denken, dus we zullen andere werkelijkheden als dark matter en ‘junk-dna’ moeten incalculeren in de oplossing. Ik denk dat wij ons succes in de markt te danken hebben aan ons zelfsturende leiderschapsmodel. In een functieomschrijving kun je 3% van het werk vastleggen; de rest is ‘junk-verstoring’. Wij proberen die 97% te ontsluiten door te zeggen: “Vergeet die functieomschrijving. Dít is onze droom, neem je verantwoordelijkheid. En als je vastloopt, co-creëer je je naar een oplossing.” Dan ontsluit je human resource die vele malen groter is dan je als baas top-down zou kunnen zien. Of bottom-up, met te veel democratie waardoor niemand verantwoordelijk is. Ik geloof in de derde weg, in de unieke dark matter van iedere medewerker.” “Dat doet wel een groot beroep op moreel leiderschap”, constateert Van Helden, “en op resonantie op het ideaal van iedereen die in je organisatie werkt. Hoe kun je dit concept op mondiale schaal inzetten?” “Wat zou je willen opschalen?”, vraagt Engelsman. “Transitieleiderschap? Ik denk dat leiderschap nooit uitgaat van de volgende meerderheid, maar altijd van de trendsettende minderheid.” Van Helden begint: “Wiskundig is het verschil tussen iets dat kan bestaan en iets dat niet kan bestaan veel groter…” “Dan het opschalen van iets dat al bestaat, precies!”, maakt Engelsman de zin af. “Dat is ook het leiderschapsmodel dat Unilever omarmt. Ze incuberen prototypes van het nieuwe normaal om die op te schalen met hun distributiekracht en als voorbeeld in te zetten voor de rest van het assortiment. Daar is niks mis mee. Het zelfsturende beginsel is ook dat je iedereen in zijn waarde laat.” Van Helden concludeert: “De kracht van het bewijs dát het kan, dát je een succesvolle organisatie zo kunt leiden, is belangrijker dan de direct meetbare impact.”
Over Volkert Engelsman en Eosta
Eosta importeert, verpakt en distribueert biologische en fair-trade-producten. Het bedrijf vertegenwoordigt telers van over de hele wereld en levert hun producten zowel in als buiten Europa. Eosta wil consumenten de maatschappelijke meerwaarde tonen van biologische landbouw en zet sterk in op een transparante keten. Daarvoor ontwikkelde het onder meer het ‘trace & tell-merk’ Nature & More.
CEO Volkert Engelsman pleit voor een eerlijke kostenverdeling in de biologische groente- en fruitsector. Eosta stelt de teler centraal en werkt samen met tweehonderd ngo’s aan het gezonder maken van de aarde.
Volkert Engelsman studeerde bedrijfskunde en economie. Uit interesse voor het ondernemerschap en het spanningsveld tussen maatschappelijk idealisme en commercieel realisme richtte hij in 1990 Eosta op. Engelsman roept ondernemers die actief zijn op het gebied van innovatie en duurzaamheid op om te durven dromen en doen. “Waar een wil is, is een omweg.”
Over Frans van Helden
Frans van Helden is managing director bij ORTEC Consulting, en is verantwoordelijk voor een team van 170 consultants, data scientists en data engineers. Zijn missie is om het inherente potentieel van wiskunde te gebruiken om impact te maken. In zijn werk met klanten probeert hij hun business te veranderen met data, wiskunde en AI. Met zijn team vertaalt hij die visie in praktisch toepasbare plannen.