Gasunie speelt een cruciale rol bij de energietransitie in ons land, en in het debat erover roert Ulco Vermeulen, lid van de raad van bestuur tot 1 juli 2023, zich stevig. “In de discussie over energie en klimaat gaat het vaak over elektriciteit. Maar dat is maar een klein deel van de energievoorziening. Het gesprek over brandstoffen en grondstoffen begint nu eigenlijk pas goed op gang te raken. Waterstof, CO2-opslag: je ziet meer integratie komen in de energietransitie.” Na zijn vertrek als bestuurslid blijft Vermeulen betrokken als adviseur, met een focus op waterstof – met name de internationale component ervan. Gasunie zet daar voor de toekomst namelijk fors op in.
"Energie ligt aan de basis van de economie en de samenleving. Je kunt dat niet zomaar alleen aan de markt overlaten."
De Nederlandse Gasunie is een netwerkbedrijf voor energie dat voor 100% in handen is van de staat. Vermeulen: “Energie is een ander product dan een rookworst of een BMW. Het ligt aan de basis van de economie en de samenleving: je kunt dat niet zomaar alleen aan de markt overlaten. Energie moet betaalbaar, schoon en betrouwbaar zijn. De afgelopen vijftien jaar is er binnen die driehoek heen en weer geschoven. Of het werd te duur, of het was te vervuilend, of het was niet beschikbaar. Dat evenwicht zie je verschuiven. Begin deze eeuw ging alles over de prijs. Vandaar de focus op liberalisering, globalisering, en bijvoorbeeld de splitsing van Gasunie. Tien jaar geleden kwam de discussie over klimaatverandering echt op gang, en sinds vijf jaar wordt klimaat over het algemeen belangrijker geacht dan goedkope energie. In de zomer van 2021, nog vóór de oorlog in Oekraïne, begonnen de energieprijzen op te lopen. Het afgelopen jaar stond daarom vooral in het teken van helpen om de boel weer een beetje op orde te krijgen.” Op de iets langere termijn zal de klimaatdimensie van energie dominant zijn, schat Vermeulen in. Garanties geeft hij niet, gezien de ontwikkelingen in het Nederlandse stikstofdossier: “Het kan met periodes hard gaan en vervolgens weer stokken. Maar kijkend naar de CO2-uitstoot en de temperatuurstijging zullen de volgende generaties ons toch op dat spoor vastpinnen. Dat kan niet anders. Voor Gasunie betekent goed omgaan met de samenleving ook: oog hebben voor de brede maatschappelijke welvaart en je richten op de lange termijn. De energie-infrastructuur moet dienend zijn aan het klimaat.”
Vermeulen noemt Gasunie een kennisbolwerk, met tientallen jaren ervaring met 80% van de energievoorziening. “Wij zijn tijdig begonnen met nadenken over systeemintegratie: hoe moet het totale systeem er de komende decennia uitzien? Eerst moeten we zorgen voor een leidingennetwerk voor waterstof op land. Nu zijn we gevraagd door het kabinet om ook in te zetten op waterstofinfrastructuur op de Noordzee en de koppeling tussen waterstof en elektriciteit.” Hoe de uiteindelijke energiemix eruit gaat zien weet niemand zeker, benadrukt hij: “Maar de rol van hydro-elektrische energie zal beperkt zijn, gezien onze watervoorraad op land. Zon is wel een onuitputtelijke bron, maar is op ons stuk aarde niet echt efficiënt. De zon schijnt hier 1.000 uur per jaar en één zonnepaneel levert ruim 1.000 uur per jaar aan energie op. Zo’n paneel doet dus bijna 8.000 uur per jaar niks. Daar kun je de energievoorziening van een land niet op baseren. Wind doet het hier een stuk beter, zeker als je een eind de Noordzee opgaat. Dus ik verwacht dat de wereld de meeste energie gaat oogsten uit de zon, en dat onze regio het meeste gaat oogsten uit wind. Dat scenario ontvouwt zich nu, met de kabinetsplannen voor 50 gigawatt aan windstroom in 2040.” Vermeulen noemt dit streven een wijs besluit: “The one and only way forward voor Nederland.” Een integraal energiesysteem optuigen is complexer dan het uitrollen van een gasnetwerk, zegt hij: “Dat is weliswaar een massieve operatie, maar eendimensionaal. In dit geval is het energiesysteem weersafhankelijk en moet je vanuit zon en wind én vanuit elektriciteit komen tot een voldragen totaalsysteem waar de samenleving op kan draaien. Daar zijn conversiestappen voor nodig, en opslagsystemen.”
"Ik ben iedere keer weer overdonderd door het tempo van de ontwikkelingen. Het gaat heel hard."
Gasunie werkt bij de energietransitie langs vier sporen: warmte, groen gas, waterstof, en afvang en opslag van CO2, legt Vermeulen uit. “Waterstof en CCS (carbon capture and storage, red.) zijn de twee werkpaarden; warmte en groen gas zijn de twee hulpmotoren. Wij denken dat we in Nederland 2 miljard kuub groen gas kunnen maken: dat is slechts een paar procent van ons totale energieverbruik. Dit lost dus het megatonnen-CO2-probleem niet op, maar kan wel heel goed helpen om de paar miljoen huizen die moeilijk op stroom te krijgen zijn toch klimaatneutraal te krijgen. Datzelfde geldt voor warmte. Waterstof gaat over vijf of tien of vijftien jaar heel belangrijk worden, maar de komende drie tot vijf jaar stelt het kwantitatief nog niet veel voor. Om de doelstelling voor 2032 te realiseren is CCS het werkpaard dat je het snelst in actie kunt krijgen. Het is niet de mooiste oplossing: liever heb je een volledig circulair systeem. Maar voor Noordwest-Europa ontkom je er niet aan als je de megatonnen snel wilt reduceren. Dus zetten wij heel fors in op CCS en waterstof.” Alle zichzelf respecterende bedrijven wereldwijd zijn nu met waterstof bezig, aldus Vermeulen. “Er gaat veel energie en geld in om; er is een ratrace gaande om grip te krijgen op nieuwe bronnen. Tegelijkertijd is de elektrolyser er nog niet en zullen de kosten gehalveerd moeten worden. Het moet betaalbaar en schaalbaar worden.” Hoelang dat precies gaat duren is de grote vraag. “Maar mijn ervaring van de laatste vijf jaar is dat ik iedere keer weer overdonderd ben door het tempo van de ontwikkelingen. Het gaat heel hard.”
Gasunie is in de woorden van Vermeulen gespecialiseerd in betrouwbaarheid, leveringszekerheid en veiligheid: “Met gepaste trots zeg ik: daar zijn we goed in. In de nieuwe wereld moeten we meer pionieren, en vaker onze nek uitsteken. Daar zijn we gelukkig tien jaar geleden al mee begonnen. Maar we moeten ook goed blijven doen wat we altijd al goed deden.” Het pionieren gebeurt bij Gasunie niet in startups buiten het bedrijf zelf, en ook niet volledig intern: “Als raad van bestuur hebben wij besloten om tussen die twee opties in te gaan zitten; niet volledig buiten het bedrijf, want dan raakt het losgekoppeld, en niet volledig intern, want dan smoort het. Dus: wel verbonden met het bedrijf, maar met voldoende autonomie om iets te ontwikkelen. Zo hebben we een groep Energietransitie gehad, een groep Backbone waterstof, en nu hebben we een groep Noordzee en een groep Waterstofimport.” Datatechnologie gaat bij de toekomstige processen een steeds grotere rol spelen, voorziet hij: “Ik denk dat we nog enorme ontwikkelingen gaan zien in de datagedreven afstemming tussen waterstof en elektriciteit: waar zet je schakelpunten neer, hoeveel investeer je dan, hoe gaan de markt en de publieke kant samenwerken? Dat wordt een heel nieuw vakgebied, waarbij data ongelooflijk belangrijk zijn. Omdat de ene kant wordt bepaald door het weer, en de andere kant door wat de markt aan energie nodig heeft. Daar zit van alles tussen, inclusief prijsincentives.”
"Ons land heeft een uitmuntende logistieke positie opgebouwd met betrekking tot fossiele energie. Dat kunnen we weer doen voor waterstof."
Uiteindelijk gaat het er bij de energietransitie om dat Gasunie op het juiste moment de juiste investeringen doet. “Dat is best een puzzel. We weten niet wanneer er een plas waterstof komt, maar als die komt moet er wel infrastructuur liggen, anders zijn we te laat. Waterstof kan gelukkig door dezelfde buizen als aardgas. En het aanleggen van infrastructuur voor gas is een factor 10 goedkoper dan voor elektriciteit. Dat maakt het gemakkelijker om op dit gebied wat risico te nemen. Bovendien zal waterstof in eerste instantie vooral naar de industrie gaan, dus we hoeven niet meteen het hele land open te breken. We hebben wel een jaar of vijf nodig voor de aanleg van dit leidingennetwerk, de zogeheten backbone. Onze investering daarin bedraagt 2 miljoen euro; dat is voor transitiebegrippen weinig.” Nederland moet wel internationaler gaan samenwerken om de juiste energieketens voor elkaar te krijgen, meldt Vermeulen. “Ons land heeft een uitmuntende logistieke positie opgebouwd met betrekking tot fossiele energie. Dat kunnen we weer doen voor waterstof. We hebben de Noordzee: dat is een stevige basis. We hebben de Rotterdamse haven, we hebben de Eemshaven, we hebben aardgasinfrastructuur die je voor waterstof kunt gebruiken. Nederland kan ook in de nieuwe energievoorziening een belangrijke rol binnen Europa blijven vervullen.”
Over Ulco Vermeulen
Ulco Vermeulen bekleedde sinds 1990 diverse strategische en commerciële posities bij Gasunie. Hij was verantwoordelijk voor de export van aardgas naar Duitsland en de verkoop van aardgas aan Nederlandse energiebedrijven. Hij gaf leiding aan Gas Transport Services, en was achtereenvolgens directeur Deelnemingen en Ontwikkeling, directeur van de eerste LNG-terminal in Nederland, en directeur Participations & Business Development. Sinds 1 mei 2016 was hij lid van de raad van bestuur van Gasunie, een functie die per 1 april is overgenomen door Hans Coenen.
Ulco Vermeulen speelt een cruciale rol in het sociale energiedebat in Nederland, onder meer als voorzitter van Groen Gas Nederland. Daarnaast is hij voorzitter van het Nederlandse Topconsortium voor Kennis & Innovatie Gas, waarin bedrijven, kennisinstellingen en overheden samenwerken aan het realiseren van duurzame groei en waarbij de hele gassector wordt betrokken bij de noodzakelijke transitie en innovatie.
De komende jaren zal de energievoorziening van Nederland in het teken staan van wind- en zonne-energie, maar ook van waterstof, CO2-opslag, groen gas en warmtepompen. We groeien in de energietransitie langzaam maar zeker toe naar volwassenheid, signaleert
Ulco Vermeulen, lid van de raad van bestuur bij Gasunie: “Ik ben blij dat de discussie is verbreed van elektriciteit naar de totale energievoorziening in Nederland. Daar hebben wij als Gasunie heel erg ons best voor gedaan.”
Gesprek met Ulco Vermeulen, lid van de raad van bestuur bij Gasunie