Field services veranderen in hoog tempo: klanten stellen hogere eisen, contracten worden strenger en het tekort aan vakbekwame technici groeit. Henjo de Gier, Industry Lead Field Services bij ORTEC, legt uit hoe realtime optimalisatie, AI en predictive planning bedrijven helpen om efficiënter te werken, klanttevredenheid te vergroten en concurrentievoordeel te behalen.
Interview met Henjo de Gier, Industry Leader Field Services bij ORTEC Workforce Management.
Field services draaien (naast verkoop, merchandising en inspecties) vooral om technici die op locatie werk uitvoeren voor klanten – van installaties tot onderhoud. Waar het vroeger met name ging om beschikbaarheid en vakmanschap, zijn nu ook precisie, snelheid en flexibiliteit essentieel. Klanten willen niet alleen weten wanneer een medewerker komt, maar willen ook zelf bepalen wie, waar en hoe laat. Tegelijk neemt de complexiteit van het werk toe: strengere contractvoorwaarden, snellere responstijden en een nijpend personeelstekort zetten de planning onder druk. Volgens Henjo de Gier, Industry Lead Field Services bij ORTEC Workforce Management, biedt dat juist kansen om te professionaliseren. Met behulp van data, slimme software en real-time optimalisatie kunnen bedrijven niet alleen efficiënter plannen, maar ook klantgerichter opereren.
Henjo de Gier, Industry Lead Field Services bij ORTEC
"De grote winst zit in systemen die niet alleen plannen en registreren wat je doet, maar ook voorspellen wat je beter kunt doen."
Field services bestaan al zolang er technici de weg op gaan om installaties, reparaties of onderhoud uit te voeren. De basis — het werk gedaan krijgen — is onveranderd, maar de context is drastisch verschoven. Een monteur die “ergens deze week” langskomt is niet meer acceptabel voor klanten; ze willen een specifiek tijdslot, realtime updates over de aankomsttijd, en soms zelfs invloed op wie er langskomt. Tegelijkertijd groeit de complexiteit van het werk door de opkomst van gespecialiseerde vaardigheden, strengere servicecontracten en een toenemende druk op kostenbeheersing en duurzaamheid. Dat het personeelsbestand vergrijst en de aanwas van nieuwe technici hapert helpt daarbij niet mee.
Henjo de Gier, die al decennia ervaring heeft in optimalisatie en planning, heeft deze veranderingen van dichtbij zien plaatsvinden. “Vroeger stuurde je een medewerker met een lijstje op pad en hoopte je dat het goed kwam”, vertelt hij. “Nu draait het om precisie: de juiste persoon, op de juiste plek, binnen een strak kader van klantwensen en operationele doelen.”
Elke dag brengt nieuwe locaties, nieuwe taken en onverwachte verstoringen.
Field services onderscheiden zich door hun onvoorspelbaarheid. Waar een kantoorbaan of een functie in de horeca vaak een vaste locatie en een voorspelbare routine kent, is de buitendienst een constant veranderend speelveld. “Elke dag brengt nieuwe locaties, nieuwe taken en onverwachte verstoringen,” legt Henjo uit. “Planners moeten rekening houden met reistijden, verkeersdrukte, de beschikbaarheid van onderdelen en de specifieke expertise die een klus vereist. Als één element verschuift — een spoedklus, een zieke monteur, een vertraagde levering — heeft dat direct impact op de hele dag.”
Neem bijvoorbeeld een monteur die airconditioners onderhoudt. Op een warme zomerdag kan een plotselinge storing bij een klant betekenen dat een geplande klus wordt uitgesteld, wat weer invloed heeft op de route en de klanttevredenheid. “Het is een kettingreactie”, zegt Henjo. “Daarom is flexibiliteit net zo belangrijk als structuur.”
Regulier onderhoud is goed te voorspellen, zegt Henjo. “Dat soort werkzaamheden kun je – in overleg met de klant – efficiënt plannen. Maar wat doe je als er een spoedsituatie ontstaat? Hou je daarvoor ruimte vrij in de reguliere planning, of hou je daarvoor een apart team aan? Dergelijke pro-actieve keuzes worden steeds belangrijker.”
Twee krachten bepalen de koers van moderne field services: de stijgende verwachtingen van klanten en de snelle opmars van technologie. De tijd dat klanten genoegen namen met een ruime schatting is voorbij. “Lang geleden was ‘tussen 9 en 5’ acceptabel”, zegt Henjo. “Nu verwachten klanten een tijdslot van een uur, en vaak nog korter.” Dit komt deels door de digitalisering van alledaagse diensten. Mensen zijn gewend om pakketjes tot op de minuut te volgen via apps van koeriersdiensten, en verwachten dezelfde mate van controle en transparantie van hun field service provider. “Ze willen niet alleen weten wanneer de monteur komt, maar ook zelf het moment kiezen en desnoods wijzigen”, voegt hij toe.
Dit legt een enorme druk op de planning. Een strak tijdslot betekent minder ruimte om taken efficiënt te groeperen. Stel, drie klanten in dezelfde buurt willen elk een ander tijdstip — bijvoorbeeld 10:00, 13:00 en 16:00. De monteur rijdt dan drie keer heen en weer, wat reistijd en brandstofkosten opslokt. “Het is een logische klantwens, maar operationeel een nachtmerrie”, merkt Henjo op.
Henjo de Gier, Industry Lead Field Services bij ORTEC
Technologische vooruitgang biedt zowel oplossingen als nieuwe uitdagingen. Klantportalen en mobiele apps maken het mogelijk om afspraken direct te boeken en updates te ontvangen, maar dat vereist wel systemen die deze flexibiliteit aankunnen, legt Henjo uit. “Je hebt software nodig die beschikbaarheid checkt, klanten verleidt om efficiënte tijdsafspraken te maken én prioriteiten stelt, allemaal in real time.” Denk aan een systeem dat automatisch een monteur toewijst op basis van nabijheid en vaardigheden, terwijl het tegelijkertijd een efficiënte route berekent en spoedklussen inpast.
De balans tussen klantwensen en operationele efficiëntie is een van de grootste hoofdbrekens in field services. “Bedrijven willen graag ‘ja’ zeggen tegen de klant”, observeert Henjo. “Maar als dat betekent dat je een monteur een half uur extra laat rijden voor één klus, verlies je tijd die je ook elders had kunnen inzetten.” Een voorbeeld: een klant vraagt om een reparatie op vrijdagmiddag in een afgelegen gebied, terwijl de monteur die dag al een volle route heeft in een stedelijke zone. Door ‘ja’ te zeggen, loop je het risico dat andere afspraken verschuiven of dat de monteur overuren maakt.
Dit dilemma raakt ook de lange termijn. “Als je te vaak inefficiënt plant, stapelen de kosten op”, waarschuwt Henjo. “Maar als je te rigide bent, verlies je klanten aan concurrenten die wél flexibel zijn.” Bedrijven die dit goed aanpakken zoeken naar slimme compromissen, zoals het aanbieden van incentives voor tijdslots die beter in de planning passen — een tactiek die ook bekend is uit de wereld van online boodschappen bestellen. “Je kunt bijvoorbeeld besluiten om een inefficiënt tijdslot niet aan te bieden. Door dat vrij te houden kun je in dat tijdsblok later misschien wel twee andere opdrachten doen. Uiteindelijk help je dan meer klanten, en realiseer je een hogere servicegraad.”
Efficiëntie is niet alleen een technisch vraagstuk, maar ook een cultureel issue. “Monteurs worden vaak per uur betaald, niet per taak”, zegt Henjo. “Voor hen maakt het niet uit of ze zes of acht klussen doen. Maar voor het bedrijf is elke extra taak pure winst.” Dit vraagt om een gedeelde mindset waarin planners, monteurs en management samenwerken om het maximale uit elke dag te halen.
Field services omvat twee soorten werk die elk een andere aanpak vereisen:
De uitdaging ligt in het combineren van reactief en proactief werk. Een dag kan beginnen met een strakke planning van onderhoudsklussen, maar halverwege kan een urgente storing alles overhoop gooien. “Je moet bepalen hoeveel ‘slack’ je inbouwt”, zegt Henjo. “Te veel reserve betekent ongebruikte monteurs, te weinig leidt tot overbelasting en gemiste deadlines.” Om de balans te finetunen gebruiken bedrijven steeds vaker data, zoals historische patronen van storingen.
Henjo de Gier, Industry Lead Field Services bij ORTEC
Optimalisatie kan het verschil maken tussen goed en excellent opereren. “In de transportsector, waar al veel meer wordt gefocust op efficiëntie, levert optimalisatie toch vaak nog 3 tot 5% efficiëntiewinst op”, vertelt Henjo. “In field services kan dat oplopen tot 10% of meer, omdat de dienstverlening meer service-gedreven is; daar zit nog veel onbenutte ruimte.” Een monteur die normaal zes taken per dag doet, kan met slimme planning naar zeven of acht gaan. Bij een team van vijftig monteurs betekent dat al snel vijftig extra klussen per dag — een aanzienlijke omzetstijging zonder extra personeelskosten. Niet onbelangrijk, in een sector waar personeel toch al schaars is.
Technologie is hier cruciaal. Moderne optimalisatiesoftware kan factoren zoals reistijd, vaardigheden en klantprioriteiten combineren om de beste routes en taakverdelingen te berekenen. “Planners worden ontlast van repetitief werk en kunnen zich richten op uitzonderingen”, zegt Henjo. Een voorbeeld: software die ziet dat twee klussen in dezelfde straat gepland kunnen worden, zelfs als de klanttijden niet perfect aansluiten, en een kleine aanpassing voorstelt die beide partijen tevreden houdt.
De volgende grens in field services is predictive planning. “Met data kun je anticiperen in plaats van reageren”, legt Henjo uit. “Hoeveel medewerkers heb je nodig in de winter, als verwarmingsstoringen pieken? Welke wijken hebben vaker spoedklussen?” Door historische gegevens te combineren met AI en machine learning kunnen bedrijven patronen herkennen en hun capaciteit daarop afstemmen.
Een praktisch voorbeeld: als data laat zien dat bepaalde typen machines gemiddeld na twee jaar een defect vertonen, kun je onderhoud inplannen vlak voor die grens, waardoor je storingen voor bent. “Het maakt je planning niet alleen efficiënter, maar ook betrouwbaarder”, aldus Henjo. “Klanten merken dat je proactief bent, en dat schept vertrouwen.”
Met tien monteurs kun je nog uit de voeten met een spreadsheet. Bij honderd monteurs heb je systemen nodig die alle variabelen in real time managen.
Field services planning gaat verder dan het uitstippelen van routes. “Het draait om het matchen van de juiste medewerker aan de juiste klus, binnen de grenzen van een contract”, zegt Henjo. “Een monteur die goed is in elektrotechniek stuur je niet naar een loodgietersklus.” Daarnaast spelen factoren zoals werktijden, beschikbaarheid van reserveonderdelen en naleving van SLA’s (Service Level Agreements) een rol.
De schaal van een bedrijf bepaalt de complexiteit. “Met tien monteurs kun je nog uit de voeten met een spreadsheet”, zegt Henjo. “Maar bij honderd monteurs heb je systemen nodig die al deze variabelen in real time managen, van vaardigheden tot verkeersinformatie.”
Henjo noemt als voorbeeld een Amerikaans bedrijf met 10.000 technici, verspreid over 450 vestigingen. “Vroeger planden ze op basis van hemelsbrede afstanden”, vertelt Henjo. “Dat leidde tot inefficiënte routes en verspilde tijd.” Door over te stappen op geavanceerde optimalisatiesoftware werden routes slimmer ingedeeld, werkgebieden beter afgestemd en reistijden verkort. “Het laat zien hoe groot de impact kan zijn als je technologie gericht inzet”, zegt hij.
De meeste field-servicebedrijven hebben de digitalisering in de basis wel op orde: opdrachten worden digitaal ingevoerd, monteurs gebruiken apps, en planners werken met software. Maar de stap naar strategische digitalisering — waarbij data en optimalisatie de planning sturen — is nog niet overal gemaakt. “Hier ligt de echte kans”, zegt Henjo: “Een systeem dat niet alleen registreert wat je doet, maar je ook vertelt hoe je het beter kunt doen.”
Klanten nemen steeds meer het heft in eigen handen. “Ze willen online boeken, een tijdslot kiezen en dat desnoods last-minute wijzigen”, zegt Henjo. Dit vraagt om systemen die real-time inzicht geven in beschikbaarheid en tegelijkertijd de efficiëntie bewaken. Een klant die om 15:00 een monteur wil, moet direct zien of dat kan — zonder dat de planner handmatig hoeft in te grijpen.
Dit biedt ook commerciële kansen. “Met een premiumcontract kun je klanten extra opties geven, zoals kortere tijdslots of een voorkeur voor een specifieke monteur”, suggereert Henjo. “Zo wordt planning een manier om je te onderscheiden van de concurrentie.”
Henjo de Gier, Industry Lead Field Services bij ORTEC
Rittenplanning – het toewijzen van bepaalde taken aan bepaalde ritten – is één onderdeel van field services. Daarnaast is personeelsplanning belangrijk, zegt Henjo. “Wie werkt er wanneer tijdens de pieken en dalen, aan welke kwalificaties hebben we behoefte en op welke standplaatsen moeten die beschikbaar zijn? Want de medewerkers werken vaak vanaf een standplaats en niet vanaf kantoor of werkplaats. Dat onderstreept nog maar eens hoe belangrijk het is om een goede app te hebben waarmee je contact kunt houden met de medewerkers.”
Het plannen van ritten en personeel raakt daarnaast steeds meer verweven met de supply chain. “Je plant niet alleen monteurs, maar ook hun voertuigen, gereedschappen en materialen”, legt Henjo uit. “Als een onderdeel te laat arriveert, staat de monteur stil.” Dit vraagt om een geïntegreerde aanpak waarbij workforce management en logistiek samenkomen. “Je ziet dat bijvoorbeeld al in food services”, legt Henjo uit. “Daar komt eerst de sales manager langs, vervolgens worden de goederen geleverd, en tot slot komt de merchandiser die de schappen opbouwt.”
De toekomst van field services ligt in een doorlopende cyclus van data en actie. “Wat je vandaag uitvoert, levert data op die je morgen gebruikt om beter te plannen”, zegt Henjo. “Met AI kun je die leercurve versnellen.” Denk aan systemen die niet alleen storingen voorspellen, maar ook automatisch capaciteit reserveren op basis van seizoenspatronen of klantgedrag.
Bedrijven die dit omarmen, krijgen een strategisch voordeel. “Het gaat niet meer alleen om kosten besparen”, concludeert Henjo. “Het is een manier om je concurrentiepositie te versterken in een markt die steeds veeleisender wordt.”